De Ruïne van Brederode
Geschiedenis
Ontstaan
De heerlijkheid Brederode ontstaat vrijwel zeker begin dertiende eeuw, als Dirk Drossaat of Dirk van Teylingen een stuk land in het Haarlemmerhout in leen krijgt van graaf Willem I van Holland.
De naam ‘Brederode’ verwijst naar een gerooid stuk bos, een ‘Brede rode’, oftewel een brede rooiing. Voor de graven van Holland is een versterking op deze plek van strategisch belang, vanwege invallen uit het noorden. Aangenomen wordt dat het kasteel bedoeld was om aanvallers vanuit het noorden de pas af te snijden.
De zoon van Dirk, Willem I van Brederode, bouwt waarschijnlijk de eerste woontoren. Willem is baljuw van Zuid-Holland en vertrouweling van de graven van Holland, eerst van graaf Willem II en later van diens zoon Floris V.
In de veertiende eeuw wordt Brederode door Dirk III uitgebreid tot een luxueus vierkant kasteel met torens, een traptoren en privévertrekken. De privéwoning bestaat uit vier grote ruimtes in de woon- en middentoren, die allemaal beschikken over een eigen open stookplaats en een eigen toiletvoorziening (secreet of privaat).


Verwoesting, verval, en verwaarlozing
Tijdens de Hoekse en Kabeljauwse twisten, een machtsstrijd in de graafschappen Holland en Zeeland, wordt Kasteel Brederode tot twee keer toe verwoest. In 1351 wordt het kasteel belegerd door de Kabeljauwen. Na de overgave in oktober is het waarschijnlijk gesloopt.
Dirk III van Brederode herbouwt het kasteel, maar in 1451 laait de strijd weer op en worden de verdedigingswerken en dikste muren omgetrokken. Het kasteel wordt daarna niet meer gebruikt als hoofdwoning door de heren van Brederode; dat is kasteel Batestein in Vianen.
In de tweede helft van de vijftiende eeuw is Kasteel Brederode weer tijdelijk een familiewoning, als Yolande van Lalaing, weduwe van Reinoud II van Brederode, er in 1478 haar intrek neemt. Yolande is de laatste adellijke bewoner van het kasteel. Na haar overlijden in 1497 is er alleen nog personeel te vinden op het kasteel en wordt het verwaarloosd.
In 1573, tijdens het beleg van Haarlem door de Spanjaarden, vervalt Brederode definitief tot ruïne. De Spaanse militairen gebruiken delen van het gebouw voor hun belegering. In de eeuwen daarna verdwijnen de resten van het kasteel grotendeels onder het oprukkende duinzand.
Herstel, restauratie en exploitatie
In de negentiende eeuw is de Ruïne van Brederode een van de eerste rijksmonumenten van Nederland waar ervaring met restauratie wordt opgedaan. A.J. Enschedé, archivaris van Haarlem, weet in 1862 van het Rijk een eerste bedrag van 500 gulden los te krijgen voor het herstel van de Ruïne van Brederode.
De restauratie wordt onder andere uitgevoerd door architect Pierre Cuypers. Hierbij worden fouten gemaakt, omdat onduidelijk is hoe het kasteel er precies uit heeft gezien. Zo wordt de binnenplaats te diep uitgegraven, vanwege de onjuiste aanname dat er kelders zijn geweest. Ook zitten er schietgaten in de muren rond de binnenplaats die er oorspronkelijk nooit gezeten hebben.
Sinds 2016 is de Ruïne van Brederode in bezit van Stichting Monumentenbezit, die verantwoordelijk is voor onderhoud en restauratie. Sinds 2024 is de exploitatie ook in handen van Monumentenbezit.
