Ruïne van Brederode

Ontdek de  geschiedenis van het kasteel en de Heren van Brederode.

Het kasteel en de heren van Brederode

Het ontstaan van Kasteel van Brederode

Het Huis Brederode was een adellijke familie, die afstamde van de heren Van Teylingen, die weer zouden afstammen van de graven van Holland. Dirk van Teylingen (ook wel Dirk I van Brederode of Dirk Drossaat), een jongere broer van Willem van Teylingen, wordt door historici gezien als de grondlegger van het Huis Brederode, hoewel dit niet helemaal zeker is. Hij werd in 1226 benoemd als drossaat aan het hof van de graaf van Holland en had, bij afwezigheid van de graaf, bij volmacht het grafelijke gezag.

De graven van Holland voerden voortdurend strijd tegen de omringende gewesten, waaronder de West-Friezen. Graaf Willem II sneuvelt in die strijd. Zijn zoon Floris V neemt wraak, verslaat de West-Friezen en laat een aantal sterke kastelen bouwen om verdere opstanden in de kiem te smoren. Een van die kastelen, Brederode, wordt eind 13e eeuw gebouwd door Dirk van Brederodes zoon Willem (2e heer) en diens vrouw Hillegonda van Voorne.

Het kasteel ligt op een strategische plek op een uitloper van een strandwal en omgeven door water, moeras- en veengebied, vlakbij het Huis te Aelbertsberg. Dit jachtslot van hun leenheer graaf Floris V, lag waarschijnlijk bij het huidige Caprera bij Bloemendaal. Willem was, evenals veel van zijn mannelijke nakomelingen, baljuw (een hoge ambtenaar op bestuurlijk en rechterlijk gebied) van Kennemerland. Zijn kleindochter Catharina trouwde met Jan I van Polanen en werd een van de stammoeders van het Nederlandse koningshuis. Een van de titels van koning Willem-Alexander is ‘heer van Polanen’.

Het Kasteel verwoest

Rond 1350 breekt een strijd uit om het graafschap Holland tussen Margaretha van Beieren en haar 13-jarige zoon Willem V. Dit is het begin van de Hoekse en Kabeljauwse Twisten. Dirk III (5e heer) kiest partij voor Margaretha en wordt de aanvoerder van de Hoeken. Dirk wordt verslagen door Gijsbrecht II van Nijenrode en gevangen genomen en kasteel Brederode wordt verwoest. Drie jaar later wordt Dirk vrijgelaten en in 1354 bouwt hij zijn kasteel weer op. Maar de Hoekse en Kabeljauwse Twisten gaan door tot het eind van de 15e eeuw, de steden krijgen steeds meer macht en in 1426 wordt het kasteel opnieuw verwoest. Ditmaal door de Haarlemse Kabeljauwers.

Vanaf 1414 wonen de heren van Brederode vooral op kasteel Batestein in Vianen dat in hun bezit is gekomen door het huwelijk van Walraven I (8e heer) met Johanna van Vianen.

Een half kasteel

Reinoud II (9e heer) laat de noordkant van kasteel Brederode rond 1464 in afgeslankte vorm weer bewoonbaar maken als edelmanswoning. Na zijn dood betrekt zijn weduwe Yolande van Lalaing, die als dochter van een stadhouder enige jaren op het Binnenhof in Den Haag woonde, het kasteel. De voogdij over haar minderjarige zonen was door familieleden afgenomen en ze werd verbannen van kasteel Batestein.

Zij werd de laatste kasteelvrouwe tot 1492. Het kasteel wordt dan door Duitse huurlingen tijdens de Opstand van het Kaas en Broodvolk zodanig beschadigd dat bewoning niet meer mogelijk is. De genadeklap komt in 1573 na het beleg op Haarlem door Spaanse soldaten tijdens de Tachtigjarige Oorlog. Het kasteel verandert in een ruïne.

Grote Geus

De heren van Brederode blijven echter een belangrijke rol spelen in de Nederlanden. Hendrik II (12e heer) is leider van de opstand in de Lage Landen tegen de Spaanse koning Filips II, nog voordat Willem van Oranje zich in de strijd mengt. In kasteel Batestein wordt het 1e Smeekschrift der Edelen opgesteld tegen de inquisitie en door Hendrik aangeboden aan landvoogdes Margaretha van Parma. De edelen worden uitgemaakt voor gueux, Frans voor bedelaar. Waarop Hendrik een paar dagen later uitroept: “Als ik dan een geus (verbastering van gueux) ben, dan ben ik een grote geus!” Vanaf dat moment is zijn bijnaam Grote Geus en later noemen de opstandelingen zich naar hem, watergeuzen en bosgeuzen, en wordt ‘geus’ in de Nederlanden als eretitel gebruikt. Het is de opmars naar de Tachtigjarige Oorlog, die twee jaar later in 1568 uitbreekt. De halfbroer van Hendrik II, bastaard Lancelot van Brederode, vecht tijdens het beleg van Haarlem aan de kant van de opstandelingen. Haarlem houdt zeven maanden stand, maar wordt gedwongen te capituleren door hongersnood en Lancelot moet zijn verzet met de dood bekopen, hij wordt onthoofd.

De laatste heren van Brederode

De machtigste en rijkste Brederode is Johan Wolfert (16e heer). Hij is in de 17e eeuw opperbevelhebber van het Staatse leger en zwager van de prins van Oranje, stadhouder Frederik Hendrik. Johan Wolfert heeft tijdens de Tachtigjarige Oorlog een groot aandeel in de verovering van een aantal steden op de Spanjaarden, waaronder ‘s Hertogenbosch. Tussen 1630 en 1655 was hij gouverneur van deze stad. Het grondbezit Kasteel Brederode geeft Johan Wolfert toegang tot de Ridderschap van Holland. Hij krijgt daarmee een stem in de Staten (toen de regering van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden). De Brederodes wonen afwisselend op hun landgoederen verspreid over de Republiek. In Den Haag wonen ze eerst aan de Lange Vijverberg en later in het Hof van Brederode – op de plek waar nu de Koninklijke Schouwburg staat – het trefpunt van de 17e eeuwse Haagse elite.

Zoon Wolfert

Johan Wolfert’s jongste zoon Wolfert wordt de 18e en laatste heer. In 1679, op 29-jarige leeftijd, sterft Wolfert kinderloos. Er zijn geen wettige mannelijke erfopvolgers, waardoor het adelijke geslacht Brederode uitsterft. Het schild met het wapen van Brederode wordt gebroken en in zijn graf gelegd. De Ruïne van Brederode wordt eigendom van de Staten van Holland en later van de Nederlandse Staat. Bij de Ruïne van Brederode worden boerderijtjes gebouwd en de voormalige voorraadkamers worden gebruikt als stal. De Ruïne wordt ook een geliefd onderwerp voor diverse schilders, zoals Andreas Schelfhout en Piet Mondriaan.

Brederode wordt rijksmonument

In de 19e eeuw is de Ruïne van Brederode een van de eerste rijksmonumenten van Nederland waar ervaring met restauratie wordt opgedaan. De restauratie wordt uitgevoerd door o.a. architect Pierre Cuypers, bekend van het Rijksmuseumgebouw en het Centraal station, beide in Amsterdam. Omdat men niet precies wist hoe het kasteel er ooit uitgezien heeft, zijn er ook fouten gemaakt. Zo is de binnenplaats te diep uitgegraven, omdat men ten onrechte dacht dat er kelders zouden zijn. Ook zitten schietgaten in de muren rond de binnenplaats die er oorspronkelijk nooit gezeten hebben.

Brederode tijdens Tweede Wereldoorlog

Tijdens Pinksteren 1944 werd op de Ruïne van Brederode een propagandafilm opgenomen voor de Nationale Jeugdstorm (NJS). Deze film kreeg de titel ‘Strijders der Toekomst’. De acteurs waren leden van de NJS. De toenmalige beheerders, het echtpaar Van der Kort, moet zeer koelbloedig zijn geweest tijdens de opnames, daar er op dat moment ook Joodse onderduikers in de beheerderswoning zaten. In het boek ‘Velsen bezet en bevrijd’, geschreven door G.G.E. Hartendorf, staat een beschrijving van de Ruïne tijdens oorlogstijd. Klik hier voor het betreffende hoofdstuk. De heer M. van Dijk maakte tijdens zijn onderduikperiode in Delft een schaalmodel van kasteel Brederode. De kleine baksteentjes maakte hij van echte bakstenen. Het schaalmodel is in het bezit van het Museon in Den Haag.

De Heerlijkheid Brederode

De ruïne is sinds 2016 in het bezit van Monumentenbezit, wordt beheerd door de beheerder en vrijwilligers van Stichting Heerlijkheid Brederode en is van maart tot en met oktober te bezichtigen.